Compassie en Criticus

23 augustus 2016; Compassie en Criticus
Ik herkende de criticus toen een stem in mij zei dat ik misschien deze keer een blog kon overslaan. Ik had geen zin, het format is ouderwets, wie zit er nog op te wachten? Lang hield deze boodschap geen stand, want daar was de inspiratie voor juist een blog. Daag criticus! Ik wil graag hierover  schrijven, want ik weet hoe behulpzaam het kan zijn als je meer begrijpt over deze criticus en over compassie. Je leven wordt een stuk aangenamer als je compassie als vriend gaat krijgen en de criticus minder vat op je krijgt. De relatie met jezelf wordt steviger en liefdevoller.

De criticus springt in op onzekerheden en risico’s, wil je in een veilige modus houden. Of wil je er juist uit duwen. De criticus, ook wel onze innerlijke rechter genoemd of superego. Het is dat deel in ons, wat ons en anderen (ver)oordeelt, afkeurt, wat ons dwingt iets juist wel of niet te doen of te laten. Het wil ons in onze bekende patronen en gedragingen houden. Het wil ons laten voelen hoe we onszelf het meest kennen en/of willen kennen, b.v. als een niet opvallend, zichtbaar, vrolijk, krachtig mens, of juist het omgekeerde. De standaard die onze criticus hanteert, is voor iedereen anders, omdat we anders zijn, en anders zijn opgegroeid. Maar we hebben wel allemaal dit kleine duiveltje, die zelfs soms een engeltje lijkt.
De criticus valt in eerste instantie vaak niet eens op, we zijn er te sterk mee verbonden. We geloven het blindelings, denken dat zijn of haar mening en overtuiging gewoonweg waar is.
Als de criticus zo machtig blijft, is er weinig ruimte voor groei, expansie, en vrijheid van jezelf zijn. Dit deel bepaalt dan jouw leven, niet je innerlijke natuur en je ware zelf. Zo jammer.

Compassie daarentegen is het tegenovergestelde van een kritische houding naar jezelf (en/of anderen). Het is een vriendelijke houding naar jezelf, een mildheid, die je een aangenaam, warm en teder gevoel geeft. Het stelt je gerust, het reguleert pijnlijke en lastige gevoelens en situaties. Het is een enorme steun bij alles wat je ervaart en mee maakt in het leven.
Het is een vorm en uitdrukking van liefde, van mededogen en begrip voor jezelf en anderen. Het is de capaciteit betrokken en empathisch te zijn. Over het algemeen is het makkelijker om mededogend en mild voor anderen te zijn. Makkelijker dan voor onszelf. Als ik mensen soms vraag expliciet naar buiten te brengen wat deze criticus zegt in woord en gebaar, zie ik ze schrikken van de agressie die daarin schuilt. Er komen dingen uit, die we onze ergste vijand nog niet toe wensen. Het heeft me ook veel kruim gekost deze vorm van zelfhaat (want dat is het) om te buigen en te leren begrijpen. Dit is tevens de beste verdediging tegen de criticus. Doorzien wat het met ons doet en waarom.

Er vallen me in mijn werk een aantal dingen op, die ik ook bij mezelf herkende op mijn pad, rondom compassie en de criticus, die de moeite waard zijn te delen.

MISVERSTANDEN

  1. Als mensen al langere tijd bezig zijn met persoonlijke ontwikkeling, neigen ze strenger te worden naar zichzelf i.p.v. milder. Nu zouden ze het geleerd moeten hebben, moeten weten na alles wat ze gedaan hebben aan bewustzijn en therapie. Wat hier wijs is, is je het volgende realiseren. Naarmate je rijper en meer ontwikkeld bent, weet je inmiddels ook  hoe lastig het is uit oude patronen te groeien. Je begint aan de reis met een soort naïviteit, dit appeltje zullen we wel even schillen. Blijkt de boomgaard heel groot en en de seizoenen van groeien steeds terug te keren. Help!
    Bovendien ga je steeds meer de diepte in, verder van waar je vandaan kwam, verder weg van de voorbeelden van gezin en school. Je hebt dus steeds minder houvast. Je wordt steeds meer een pionier van je eigen leven. Ik zou zeggen dat je dan juist meer begrip en mildheid nodig hebt, jij niet?
  2. Ik hoor vaak zeggen; ‘Ja maar, het klopt toch wat mijn criticus zegt, ik heb dit toch ook stom aan gepakt’. Zelfs als het waar is wat de criticus zegt, toch is het niet helpend jezelf er mee af te straffen. Vergeving is dan meer op zijn plaats. ‘Ja, ik had het kunnen weten, het was niet handig, maar ik vergeef mezelf er voor en leer er van’. Wedden dat je dan makkelijker verder kan. Je hoeft immers niet onnodig lang in de kwelling van het oordeel te blijven zitten. Au! Je hebt al het verdriet van iets niet handig te hebben aan gepakt, komt er nog een pijn overheen, die van je kwelgeest. Dat is dubbelop, en niet nodig.
  3. ‘Ik heb zo’n last van dit of dat gevoel’, het gevoel of de situatie of die ander is het probleem. Is dat zo of geeft jouw oordeel, jouw criticus met zijn snoeiharde oordeel of afwijzing over dat gevoel jouw die slapeloze nacht? Vergeet niet dat een functie van de criticus ook is dat het je helpt niet te veel te voelen. Zo lang je hard bent naar jezelf, zit je in je hoofd, en blijf je geïsoleerd van je werkelijke gevoel. Wonderbaarlijk genoeg is het pijnlijke gevoel wat je krijgt van de criticus veel erger; schaamte, schuld, zelfhaat etc. Dit gegeven realiseren we ons niet voldoende.
    Onze pijn voelen kan bedreigend en overweldigend aanvoelen. Valt het je wel eens op als je echt je pijn voelt en huilt, er opeens helemaal geen denken, geen criticus meer is. Je vanzelf verzacht en smelt, opgelucht voelt. Het is helend. De criticus geeft je nooit een opgelucht gevoel.
  4. Het misverstand dat compassie zou maken, dat je jezelf vergoelijkt en niet hoeft te groeien of niet zult groeien. Dat je de criticus nodig zou hebben om te leren en te groeien. Natuurlijk kun je dit denken, omdat je waarschijnlijk zo bent opgevoed. Mildheid is geen berusting, maar een liefdevolle aanvaarding van de realiteit. Vanuit die aanvaarding kun je juist makkelijker stappen zetten. Misschien wil je superego de compassie gebruiken om lekker in je veilige holletje te blijven zitten, maar dat is geen echte compassie. Compassie is niet zwelgen in zelfmedelijden of zelfrechtvaardiging. Andersom zie ik ook dat er mensen zijn die al snel denken dat als ze pijn laten zien, ze zielig doen of aanstellerig zijn of dat mensen hen als zielig zullen zien.
    Je kunt compassie hebben met je angst en je pijn, en van daaruit kijken wat wijs is om juist wel of niet te doen. Of bepaalt jouw criticus dan wat er ‘moet’ gebeuren of ‘hoort’ te gebeuren?
  5. ‘Ja maar, ik voel helemaal geen mildheid’. Mensen geloven nogal eens dat compassie als een orgaan is, wat je wel of niet ‘hebt’. Als je het niet hebt, of kunt, dan heb je pech. Alsof compassie een gevoel is, en je moet maar geluk hebben als je het ervaart. Nee, compassie is iets wat je kunt leren. Het is een houding, die je kunt ontwikkelen naar jezelf. Je kunt leren kiezen om vriendelijk en liefdevoller naar jezelf te worden. Je kunt leren de criticus niet te geloven, de criticus te stoppen.Als je begrijpt dat compassie zoveel prettiger is, en het alternatief zoveel ellende geeft, en geen oplossing blijkt, word je motivatie sterker om compassie te gaan beoefenen en leren.
    En als je nu merkt dat je criticus heel actief wordt, is het interessant te ontdekken; ‘Wat houdt je tegen om meer compassievol met jezelf om te gaan?’ Er is nog iets te begrijpen, nog iets te leren (voor wie niet?). Kritisch worden over het feit dat je nog zo kritisch naar jezelf bent is er ook één. Trap er niet in; als je zou kunnen, zou je kiezen voor meer mildheid. Ik zeg het nog maar een keer; er is nog iets te begrijpen en te leren en te ontdekken. Dat is niet erg. Laat jezelf steunen hierbij. Doe het niet te alleen.
  6. De criticus kan op verschillende momenten opkomen, en zit op verschillende thema’s en dingen van jezelf, b.v. op hoe je jouw werk doet, hoe je liefdesleven is, hoe je eruit ziet etc. Het is niet een kwestie van er 1x mee af rekenen, en klaar is het. Het kan in sommige fasen waarin je erg verandert of er van alles gebeurt, opeens weer heel actief worden of op een manier, die je van te voren niet kende. Alsof je faalt als de criticus opeens weer in groot formaat op je schouder zit, of in je buik krampt en zegt dat je er niks van bakt in het leven.
    I.p.v. mee te gaan in dit oordeel, kun je ook nieuwsgierig worden; ‘Waarom nu?’. Het zou zo maar kunnen zijn dat je een grote stap hebt gezet, je hebt b.v. je boosheid geuit  tegenover iemand of heerlijk gedanst in extase zonder je in te houden, en achteraf krijg je een kritische aanval. Ja, iets in jou zal het ook spannend vinden. Dat deel in jou, wat niet zo’n goeie ervaringen heeft gehad met uiten of opgaan in extase. Als je dit ziet en begrijpt krijgt het superego steeds minder grip. Je beseft; ‘Oh, maar dat hoeft niet’. ‘Als iemand het niet ok vond, is dat maar zo’. Of ; ‘Ja, ik ben bang de ander kwijt te raken, ik heb hem echt de waarheid gezegd, maar dan hoef ik nog geen veroordeling van je, criticus’. ‘Als je me niet kan steunen nu, ga je maar weg’.Je criticus is je ooit enorm dienstbaar geweest. Het heeft je geholpen je aan te passen in de wereld om je heen. Zonder die aanpassing had je het niet gered.
    Heb compassie met je criticus, maar rechtvaardig niet zijn bestaan. Je kunt inmiddels meer zonder deze rechter, deze politie, dan je denkt. Je hebt nu de keuze voor een andere, een nieuwe vriend. Eentje die je steunt, die je bij staat, je vergeeft, je begrijpt en weet dat de tijd aangebroken is om weer te worden die je eigenlijk bent.
    Eentje die je helpt thuis te komen bij jezelf, je hart en de bron waaruit je geboren bent. Jouw unieke Natuur!
    Jouw criticus was jouw vriend, door jou in het gareel te laten lopen, zodat je er bij hoorde, mee kon met je gezin, in de wereld.
    Het is tijd voor een ander soort vriendschap.
    Het is fijn als je voor compassie niet meer alleen afhankelijk bent van een ander. Bovendien kan compassie of vergeving of zachtheid van een ander niet eens binnenkomen, als jijzelf een sterke relatie hebt met je criticus. Er staat een strenge portier bij de deur, die geen zin heeft in dat mededogen van die ander. Die wil niet dat het opgebouwde zelf, de strakke normen en waarden smelten. Wat een rotzooi dat geeft!
    Hafiz (mysticus uit het Soefisme) geeft je een vraag mee ter contemplatie; ‘Stel je voor dat de Ene je uitnodigde voor een feestje: Iedereen in de zaal is mijn speciale gast. Hoe zou jij je gasten behandelen?’. En…Hoe behandel jij jouw speciale gast, die in jouw huis woont…?
  7. Het zekerste teken van wijsheid
    is onverstoorbare vriendelijkheid
    Michel Eyquem de Montaigne
    Ik heb nog een mooie tip, mocht je er meer over willen weten of lezen.
    Het boek van Byron Brown, het heet; ‘Zie jezelf in mildheid’ (in het engels; Soul without shame).
    Daag!Liefs José